Langs de kern van Zevenbergen loopt de doorgaande provinciale weg N285. Deze zorgt voor overlast en onveilige situaties in het dorp. Om het vele doorgaande (vracht)verkeer verder weg van de kern van het dorp te krijgen wordt een nieuwe Randweg aangelegd. De nieuwe weg sluit aan beide uiteinden van het nieuw aan te leggen gedeelte aan op een rotonde. Daartussen kruist deze weg drie landschappelijke en infrastructurele lijnen in het polderlandschap, namelijk een spoorlijn, de achterdijk en de Roode Vaart. Hiervoor zijn drie kunstwerken bedacht. Twee bruggen, over het spoor en de Roode Vaart, en een open tunnelbak oftewel een coupure die de achterdijk doorsnijdt.
Voor het ontwerpteam hebben wij de drie kunstwerken kunnen vormgeven, alsmede de landschappelijke invulling en biodiversiteit uitgewerkt. De kunstwerken krijgen alle drie een gelijkwaardige materialisering van beton, groene hellingen en landhoofden en een metselwerk brugrand . Het oranje-rode metselwerk is een link naar de oude suikerfabrieken die voor Zevenbergen dominante gebouwen waren, en een belangrijke historische verwijzing naar vroegere industrie van het dorp. Op de bruggen staan hekken in een grijswitte kleur die verwijst naar de suikerkleur.
In het landschap is vooral gezocht naar versterking van de inheemse beplanting en aangehaakt aan de lange dichtbegroeide landschappelijke lijnen in het kleipolderlandschap van Moerdijk en omgeving. Daarnaast is ingehaakt op de landschappelijke kwaliteiten van de vloeivelden, oude relicten van de suikerindustrie, die verworden zijn tot een rijke natuurlijk water en boslandschap. Door deze kwaliteiten te benutten is de Randweg een wezenlijk onderdeel geworden van het omliggend landschap.
